Gregoriaanse Getijden (her) leven in St. Jan in Zutphen met de Adventsvespers op de vier zondagen in de Advent.
Ook dit jaar nodigt het Gregoriaans Getijdenkoor Sint Jan o.l.v. Jaap Roos, u uit om de Vespervieringen in de Adventstijd mee te maken. Wij ervaren de behoefte en de alsmaar groeiende belangstelling voor de meditatieve en spirituele vieringen in het Gregoriaans. Ze brengen ons tot rust en tillen ons voor even uit boven de dagelijkse beslommeringen. Het is het moment rondom de zonsondergang, dat het licht in onze wereld afneemt en de lampen en kaarsen worden ontstoken. In deze Adventstijd geldt dat eens temeer, de dagen worden korter en de behoefte aan nieuwe licht neemt toe. Ook thuis bereiden we dat al voor met het ontsteken van kaarsjes en het aanbrengen van de kerstverlichting.
We leven in een stressvolle, materialistische samenleving, waarin we ons met van alles en nog wat bezighouden en waarin de mensen op zoek zijn iets authentieks, duurzaams, naar momenten van onthaasting. De klanken zijn authentiek en universeel en appelleren aan hogere religieuze gevoelens; gezangen in de volkstaal. Het vrije ritme, de eenstemmigheid zonder instrumentale begeleiding van deze meest fascinerende vorm van Westerse liturgische muziek geven deze zang haar eigen kenmerkende karakter en schoonheid welke men kan ervaren door er simpelweg naar te luisteren, maar meer nog te beleven door deze muziek zelf te zingen en te bestuderen. en zou kunnen zeggen dat het gregoriaans de tijd is ontstegen, het Latijn kent daarnaast een kracht van uitdrukking welke in moderne talen moeilijk is te vinden.
In de Latijns gezongen Vespers komt de verwachting naar dat nieuwe Licht met Kerstmis in prachtige teksten van Psalmen en Hymnen tot uiting. Deze zijn in duidelijke tekstboekjes met vertalingen goed te volgen.
De Vespers worden gehouden op de eerste vier zondagen van de Advent, 3, 10, 17 en 24 december, aanvang 16.30 uur in de Sint Janskerk te Zutphen. Op zaterdag 16 december, aanvang om 17.00 uur in de Sint Willibrorduskerk in Vierakker.
Gregoriaans
Het oudst overgeleverde muziekrepertoire van de Westerse muziek is het Gregoriaans. Deze muzieksoort ontleent haar naamgeving aan Paus Gregorius de Grote (ca. 600). Lang heeft men gedacht dat hij de componist van deze muziek is geweest, maar tegenwoordig benadrukt men vooral zijn rol als organisator van de liturgie en muziek voor de eredienst. Hij was de stichter van een Schola Cantorum. De muziek werd aanvankelijk auditief overgeleverd.Ca. 800 begint men in de kloosters (de enige centra waar men leerde lezen en schrijven) met pogingen om naast de teksten van de gezangen ook de melodie te noteren met een stelsel van neumen. De interpretatie van deze neumen is zeer gecompliceerd.
Karel de Grote [ ca. 800] speelt een belangrijke rol bij de uniformering van de Romeinse Liturgie in de westerse kerk. Hij is degene die de idealen van Gregorius de Grote [ in de hele wereldkerk één taal en één vorm van liturgie] zal verwezenlijken. Over de oorsprong van het gregoriaanse repertoire bestaat weinig zekerheid. Men vermoedt dat invloeden vanuit de Joodse eredienst en de vroeg christelijke oosterse muziektraditie hebben doorgewerkt. Zekerheid daarover bestaat echter niet.
Het Gregoriaans is muziek die verbonden is met de liturgie van de christenen; het is geen concert-muziek. Het is muziek die onlosmakelijk verbonden is met de liturgie. Elk onderdeel van de liturgie bestaat uit bepaalde rituele handelingen, gebeden, Bijbellezingen en gezangen. De liturgie bestaat uit de Mis [eucharistieviering] en de Officie [gebeden op vast uren, getijden genoemd].
Het Gregoriaans wordt eenstemmig door mannen gezongen. Wordt het in twee wisselende groepen uitgevoerd dan noemt men dat antifonaal; wordt het uitgevoerd in een wisseling tussen een groep en een solist dan noemt men dat responsoriaal. Als er geen wisseling tussen groepen of tussen solist en groep plaats vindt spreekt van een directe uitvoering.
Psalm- en reciteertonen behoren tot de oudste Gregoriaanse gezangen. De psalmtoon wordt gebruikt voor het cantileren van proza psalmen uit de Bijbel. Het belangrijkste kenmerk van dit type zang is dat het de natuurlijke spraak probeert te volgen. Verrijking van de psalmtoon met cantilaties zou geleid hebben tot de andere vormen. Sommige mensen menen dat het gehele gregoriaans repertoire zich hieruit ontwikkeld heeft.